Veelzijdig riet


“De voorjaarszon werpt zijn gouden stralen al krachtig neer op de uitgestrekte verdroogde rietvelden. Tussen de veerkrachtige gele halmen zwoegen stoere rietsnijders; de spieren van hun gebruinde bedauwde torso’s spannen en ontspannen zich in een bedwelmend ritme”. 

 

Dit is een manier waarop je riet zou kunnen gebruiken: in een doktersroman. Het is echter slechts één van de vele toepassingen die mogelijk is. Varend door de rietlanden van Belt-Schutsloot zien we direct de voornaamste toepassing van het Wiedenriet: dakbedekking. Vrijwel al het riet uit de Wieden wordt voor dit doel gebruikt en er bestaat zelfs een keurmerk voor. 

 

Het meeste riet in de Wieden wordt gesneden door pachters van Natuurmonumenten. Zij mogen snijden van december tot half april, daarna begint het broedseizoen. Op de rietlanden liggen dan her en der stapels rietbossen te wachten om verder verwerkt te worden. Holenbroeders zoals kwikstaartjes maken graag hun nestjes in deze bossen en op elke stapel staat wel een mannetje zijn plek te verdedigen.

 

Als je in het voorjaar door de gesneden rietlanden vaart kun je je bijna niet voorstellen dat het riet na een paar maanden weer 2 meter hoog zal staan, maar riet kan onder gunstige omstandigheden wel 7 cm per dag groeien. Niet gering, maar niets vergeleken bij de grote broer bamboe die wel 1 meter per dag omhoog kan schieten.

 

Niet al het riet is geschikt voor daken: bladriet wordt gebruikt om verstuiven van bollenvelden tegen te gaan en stookriet (kort en krom) wordt nog steeds toegepast bij het krom stoken van planken bij de bouw van houten schepen.

Er zit ook muziek in riet, hobo’s, klarinetten en fagotten gebruiken riet (een andere soort dan het Wiedenriet) om de lucht te doen trillen en bij de beeldende kunst gebruikte Vincent van Gogh gepunte rietstengels om pentekeningen te maken.

 

Ook in de literatuur wordt het riet bezongen. Guido Gezelle (van het schrijvertje weet u wel) schreef: “O! het ruisen van het ranke riet, o wist ik toch uw droevig lied". Gerrit Komrij reageerde hier boosaardig op met: “O! het ruisen van het ranke riet, uw herrie maakt me kierewiet". Uit de Griekse mythologie weten we echter wat het riet ruist. Koning Midas beledigde de god van de muziek en als straf kreeg hij ezelsoren. Zijn kapper ontdekte dit geheim, groef een gat in de grond, fluisterde hier het geheim in en maakte het gat dicht. Op deze plek ging riet groeien en sindsdien ruist het riet: “Koning Midas heeft ezelsoren”.

 

We varen terug langs de rietlanden in het besef dat er nog veel te vertellen is over wat er groeit, bloeit en stoeit in het riet. Ondertussen zie ik enkele dames in de boot schielijk in het riet zoeken naar de bedauwde torso’s uit de doktersroman. Ik moet hierbij denken aan het gedicht “de Rietsnijder”.

 

 

# De rietsnijder

 

In de rietlanden van het verre Belt-Schutsloot

Loopt de rietsnijder tussen de kraggen; gespierd, gebruind en groot

De dames in de excursieboot

De koontjes rood

Dromen van dingen die de Heer verbood

Maar keren dan weemoedig huiswaarts met hun echtgenoot.

 

Toean Tjebok