de Kontenklopper
Ooit werd hij vergeleken met de majestueuze adelaar die met wijd uitgespreide vleugels op wapenschilden werd afgebeeld. Later, toen we beseften wat het effect op hem was van het gif dat we in het milieu spoten moesten we hem redden van de ondergang en nu het beter met hem gaat wordt hij verguisd om zijn onverzadigbare eetlust. Hij heet niet voor niets aalscholver roepen de vissers, alen zullen dus wel zijn voornaamste voedsel zijn. Laat het gedicht van Kees Stip echter enige verheldering bieden.
Aalscholvers denken allemaal:
“Kun je nog scholven, scholf dan aal.”
Doch door de
golven diep bedolven
wil weinig aal zich laten scholven.
Zo scholft zo 'n beest zich uit de naad
terwijl het
woord niet eens bestaat.
Vroeg in de middag vertrokken we richting de Bakkerskooi om deze wonderlijke vogel van dichtbij te gaan bekijken. De zon scheen en een zacht briesje blies over het Beulakerwiede. Tot vlak voor de aalscholverkolonie is nog weinig te merken van de ongeveer 700 paartjes die in de kolonie nestelen, maar eenmaal aangelegd horen we de jongen al bedelen. Door de gaten van de kijkhut zien we een on-Nederlands landschap van honderden nesten in witte bomen. Een aalscholver eet zo’n 400 gram vis per dag, dus reken maar na wat er uit een nest met jongen dagelijks aan witte mest naar beneden valt. Hier zien we de zorgzame kant van de oudervogels die af en aan vliegen met verse vis. Tussendoor vliegen nog blauwe reigers en hier en daar komen de glanzende ruggen van paaiende karpers als bultruggen boven water. Na dertig minuten maken we ons los van dit fascinerende tafereel en trekken huiswaarts. Terug op het Beulakerwiede zien we ook de sociale kant van de aalscholver, enkele honderden vogels vormen een halve maan op de plas en jagen eendrachtig de vis naar ondiep water waar deze gemakkelijk te vangen is.
Vlak voor het bezoekerscentrum vliegen nog wat aalscholvers voor de boot weg. De zware vogels krijgen snelheid door zich met de poten kletsend op het water af te zetten. Dit heeft hen de naam kontenklopper gegeven, maar allen in de boot zijn het er nu wel over eens; deze indrukwekkende vogel verdient een betere naam en reputatie.
# What’s in the name
Mijn broertje noemden ze krullenbol,
Maar zijn schedel was glad als een ei
Mijn zusje haar naam was spillebeen
Terwijl alleen haar pink al zo dik was als mijn dij
Mijn vader noemden ze keurige Klaas
maar in geniep deed hij aan veelwijverij
Mijn moeder was bekend als eerlijke Els
Maar liegen was haar liefhebberij
Ikzelf word een vrolijke aardige intelligente genuanceerde mooie man genoemd
En de naam "Geweldige Geert" past dus echt helemaal bij mij
toean tjebok